In 1985 solliciteerde ik op de functie van informant bij de afdeling klantenservice van de Postbank. Dat hield in dat ik telefonisch de vragen en klachten van klanten moest beantwoorden en waar nodig hun verzoek of klacht
moest doorsturen naar de afdeling correspondentie, die voor verdere afhandeling zorgde. Na het sollicitatiegesprek werd ik meteen thuis gebeld dat ik was aangenomen. Ik twijfelde wel en vroeg een paar dagen bedenktijd.
Mijn vader en mijn broer zeiden: "Neem die stap, je bent wel binnen bij een groot bedrijf met veel mogelijkheden". Het was toen crisis met grote werkloosheid en ik was al 36 jaar. Later hoorde ik dat er 150 sollicitanten waren, waarvan er maar tien waren aangenomen.
Ik dank mijn broer en mijn vader nog steeds voor het beste advies ooit in mijn leven gegeven.
In december 1985 kwam ik in dienst. Deze datum was een enorm voordeel voor mij. Ik was als concierge bij de Moedermavo in Zaandam ook ambtenaar en
alle opgebouwde rechten gingen mee, zoals een pensioenregeling bij het ABP. Omdat het aanvangssalaris per 1 januari lager was, kreeg ik ook nog eens jarenlang maandelijks een compensatie van een paar tientjes, vanweg mijn opgebouwde rechten.
Vanaf januari 1986 zou de Postbank zelfstandig verdergaan.
Tegenwoordig hebben we het over targets, doelen die je moet halen. Dat is niet nieuw. Ook toen al moest ik minimaal acht telefoontjes
per uur afhandelen. Dat lijkt nu weinig, maar vergeet niet, dat alles ging via papieren formulieren. Er waren geen computers waar je de gegevens van klanten kon nakijken. Je bleef wel lekker in beweging. Om dingen uit te zoeken, moest je vaak naar andere afdelingen.
Ik kreeg een contract voor 25 uur per week. Dat bracht in het eerste jaar amper voldoende geld op om samen met mijn twee kinderen van te kunnen leven. Het aanvangsloon was iets meer dan 800 gulden per maand.
Als concierge op de Moedermavo voor twintig uur per week verdiende ik met een aanvullende bijstand
aanmerkelijk meer. Omdat ik hoopte op salarisverhoging in de toekomst, zegde ik mijn aanvullende bijstand op. Ik had geen zin meer in controle en bevoogding.
Gelukkig kreeg ik na een jaar opslag en kon ik voortaan ook nog eens 32 uur per week werken.
Na drie jaar als informant solliciteerde ik op een functie bij Marketing en Communicatie. Ik werd intermediair tussen Marketing en Klantenservice en ging naar 40 uur werken per week. Weer een stap in mijn carriere.
Ik maakte wekelijks een informatiekrant voor de Klantenservice
afdelingen in Leeuwarden, Den Haag en Amsterdam. Alles op papier en via de interne drukkerij geprint en daarna per chemises (een interne postmap) verzonden. Daar moest ik wekelijks, vaak geholpen door collega's honderden van die chemises vullen. Er was altijd
een deadline op vrijdag. Na een paar jaar vond ik informatie op papier achterhaald. In Leeuwarden draaide wel een proef om gegevens zoals rentewijzigingen op het beeldscherm zichtbaar te maken voor de medewerkers van klantenservice. Maar echt vlot ging die
ontwikkeling niet. De informanten moesten samendoen met een computer, die niet al te snel werkte. Tijd voor iets anders.
Ik ging me opgeven voor het leertraject: Voorbereidend Kader Leidinggevende. Gelukkig werd ik aangenomen en met acht andere Postbankers van zowel Leeuwarden en Amsterdam gingen we een jaar in opleiding voor leidinggevende. Een geweldige tijd. Survival in de Ardennen, vaak een week intern in een hotel ergens in Nederland waar we diverse cursussen volgden. Stage op verschillende afdelingen. Tenslotte kwam ik als leidinggevende op Sparen terecht.
Dat was voor de medewerkers wel even wennen. Wat wist ik nou eenmaal van de
producten en het productieproces van Sparen? Zij werkten er al jaren ! Ik vertelde dat ik zeker niet alles wist van Sparen, dat zij immers de deskundigen waren. Mijn taak was alles op de afdeling goed te laten reilen en zeilen. Voorheen werd degene met de
langste dienstjaren chef van de afdeling. Sommigen wilden dat helemaal niet. De functie was ook voornamelijk het opgeven van productiecijfers en probleemgevallen, zoals moeilijke opdrachten behandelen.
De
medewerkers met het meest talent voor cijfers gaf ik de opdracht de dagelijkse rapportages te maken. En de moeilijke opdrachten konden ze zelf ook met hun jarenlange ervaring. Ook al weer zo vreemd vonden ze. Dat is de taak van de chef! Neen, zei ik dat is
de taak van de afdeling. Wel besprak ik dagelijks de cijfers met de verantwoordelijke medewerkers, voor ze werden doorgestuurd, want ik bleef eindverantwoordelijk. Soms vroeg het hogere kader om een mondelige toelichting en dan was ik de aangewezen persoon.
We hadden en hecht team en ik had mijn eigen toko. Als de cijfers dagelijks maar om 11.00 uur bij het hoger kader waren, werd ik veelal met rust gelaten. Letterlijk zeiden ze: het maakt niet uit hoe je het doet als de resultaten maar goed zijn. En dat waren
ze. De productie ging omhoog. De opdrachten werden op de dag van binnenkomst verwerkt. Het ziekteverzuim daalde aanmerkelijk. En de sfeer was goed.
Op een gegeven moment kwamen alle medewerkers in aanmerking voor opties. Op deze manier zouden de medewerkers meer betrokken raken bij de ontwikkelingen binnen de bank. Voor onze afdeling werkte dat inderdaad. We volgden dagelijks de koers en die ging rap omhoog.
De openingskoers was zover ik me herinner 46 gulden. Maar wanneer gingen we de opties verzilveren? Sommigen deden dat al bij
een koers van 100 gulden. Anderen zoals ik wachten het nog even af. Uiteindelijk verzilverde ik net op tijd voordat de koers ging zakken. Het leverde mij het gigantische bedrag van 7700 gulden (3500 euro) op. Kassa!
Toch duurde het succes van onze afdeling niet lang, want er kwam een reorganisatie. Ik moest veel meer samenwerken met andere afdelingen binnen sparen. Mijn sectie deed jeugdsparen. Andere secties waren o.a. bedrijfssparen en spaarbankboekjes. Ik kreeg andere regels opgelegd en mocht het niet langer op mijn manier doen. Er kwamen ellenlange vergadersessies, soms tot 19.00 uur 's avonds.
De resultaten op mijn afdeling gingen achteruit. Het ziekteverzuim was gigantisch.
Omdat ik zo sociaal was, kreeg ik alle medewerkers die moesten reintegreren na een ziekte. Dat betekende dat mijn ziekteverzuimte op de afdeling meer dan 40% was. Deze cijfers gingen zonder enige toelichting naar de directie. Al met
al tijd om op te stappen. De leiding vond mij ook niet in het plaatje passen.
Ik ging terug naar Marketing en Communicatie. Ik was tijdelijk verbonden aan het project Klare taal. Dit project herschreef de brieven aan klanten. Bij Marketing en Communicatie
werden ook de commercials ontwikkeld. Hier werkten vaak bekende Nederlanders aan mee. Deze kwamen wel eens voor overleg de afdeling binnenlopen. Na afloop van het project Klare taal, werd me te verstaan gegeven dat ik binnen anderhalf jaar moest vertrekken
bij de Postbank. Tot die tijd kon ik mogelijk nog wat projecten doen en anders kon ik misschien terug naar af als informant bij de klantenservice (toen telefoonbank).
Gelukkig kende ik veel mensen bij de bank. Ik vroeg hier en daar wat rond en zo kwam ik erachter dat er bij internet een vacature was als
actiemanger. De taak was dat de content (teksten en illustaties) van een actie op het juiste moment en op de juiste plaats op de internetsite stonden. De Postbank was altijd al een bank met cadeautjes voor de klanten. Handdoeken en rugzakken waren populair.
Hiervan werden er bij een spaaractie 300.000 stuks verzonden.
Bij internet wilde men voor de functie van actiemanager niet het hele selectieproces van adverteren, selecteren en veel gesprekken voeren met potentiele kandidaten doorlopen. Ze kregen mijn cv. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek, dat heel informeel in de kantine werd gevoerd. Deze procedure zinde me wel. Goed en snel beslissingen nemen. Niet kletsen maar doen.
Twee weken later was ik al aan de slag bij internet tot verbazing van de mensen die tot taak hadden me zo snel en goedkoop mogelijk door de uitgang naar buiten te duwen.
Mijn zoon heeft enorm kunnen profiteren van een studiefonds van de Postbank van 150 gulden per maand, zodra
hij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Dat was een maandelijkse gift van de stichting Pragmaticos.
Toen hij nog op de middelbare school zat, werkte hij in de zomer in de schoolvakanties drie weken bij de Postbank. Hij zat op de postkamer in de catacomben van het gebouw de Leeuwenburg bij het Amstelstation. Hij moest pakjes wegen en inpakken. Dat was niet moeilijk en hij ging voortvarend aan de slag. Dat was niet de bedoeling, rustig aan werd er gezegd. De conversatie op de afdeling beperkte zich volgens hem tot voetbal en sex. Hoewel beide zijn interesse hadden, verveelde dat na een paar dagen. Hij opperde om het eens te hebben over "sex voor de wedstrijd". Van deze suggestie werd dankbaar gebuik gemaakt.
Gelukkig mocht hij na een week ook post rondbrengen. Een welkome afwisseling met een karretje
de diverse afdelingen langs. Het was een leerzame periode. Hij kwam er achter dat je voor deze baan minimaal een Mavodiploma (vergelijkbaar met VMBO) nodig had. Hij was al enige tijd niet meer zo gemotiveerd op school, maar zijn ogen gingen open. Hoewel hij
veel lol had bij de Postbank, was het niet zijn ambitie om dit de rest van zijn leven te doen. Hij besteedde hierna meer tijd aan zijn studie op het atheneum.
Ik heb nog vier jaar gewerkt als actiemanager bij internet. Toen de Postbank overging in de ING, kon ik op 58 jarige leeftijd met een regeling naar huis. Mijn pensioenopbouw liep gewoon door evenals de korting op de hypotheek. Het laatste jaar bij de Postbank was geen prettig jaar en ik was blij dat ik er van af was en viel niet in een gat. Ik ontleedde mijn identiteit nooit aan mijn werk.
Behalve mijn ouders en mijn kinderen wisten maar weinigen wat voor werk ik deed. Men dacht dat ik bij de PTT op een postkantoor werkte. In het begin legde ik nog wel eens
uit dat de Postbank een bank was zonder een eigen kantorennetwerk, maar dat klanten terecht konden bij de loketten van de postkantoren. Deze uitleg begreep eigenlijk niemand en dat liet ik maar zo. Als iemand naar mijn werk vroeg, kreeg ik vaak klachten te
horen, zoals de postbezorging wordt steeds slechter en de postzegels steeds duurder. Ik zal het doorgeven, antwoordde ik dan. Ik zou een boek kunnen schrijven over de historie van de Postbank. Dat doe ik niet. Dat boek bestaat al. Een must voor alle oud Postbankmedewerkers,
ING medewerkers en iedereen die geinteresserd is in de Postbank. Het is geschreven door oud medewerker Wichert van Engelen. Je kan het hier bestellen. Het heet Blauw Bloed.
Hieronder plaats ik een reclame van de Postbank. Het was een bank voor iedereen. Ik maak nog een nieuwe pagina met filmpjes over de Postbank. Alhoewel het niet mijn credo is, moet nog wel eens terugdenken aan een collega, die het niet meer zag zitten bij de bank en bij zijn afscheid de legendarische woorden sprak: Giroblauw past bij jou, maar niet bij mij. Ik ben weer vrij.
15 miljoen mensen
Menno Hoffenaar 17.09.2018 10:23
Aukje, wat leuk zeg dit allemaal terug te zien.
Mijn complimenten ook voor mij leuke herinnering aan die goede oude tijd.
Groetjes Menno Hoffenaar.
Adri van de Ps 26.01.2017 19:49
geweldig, dat je dit hebt gedaan. In 1981 ook begonnen op de Leeuwenburg in Amsterdam bij het CPC. Na 36 jaar er echter uitgeknikkerd ivm reorganisatie.
Nieuwe reacties
29.08 | 12:28
Ik ben op zoek naar een reclame uit de jaren 70 in Amsterdam op h...
07.08 | 12:10
Ik zoek een reclame waarin een man vraagt naar het beroep van de m...
03.08 | 14:40
Ik ben op zoek naar een reclame van krasloten waar een voetbalclub ...
27.07 | 21:28
Ik heb ooit nog een Extra Verzekering gekocht bij Hans de Wolf! Een veilig gevoel!