De tweede klas was eigenlijk hetzelfde maar juffrouw Boonstra maakte heel moeilijk sommetjes met verhaaltjes erbij, nou dan moest je goed nadenken hoor. Het lukte wonderwel, maar ik dacht dat alle kinderen het beter wisten dan ik. Toen ik merkte dat ook zij hun best moeten doen was dat over en hervond ik mijn nieuwsgierigheid.
De potloden werden kleiner en waren soms stompjes. We hadden wel inkt gekregen, maar de pennen waren op. Volgende week komen ze werd ons beloofd door de meester. Ik leerde wel goed lezen en verslond alle boeken die we in huis hadden.
De oorlog kreeg greep op ons. We moesten onze school verlaten en naar de fabriek van Erven de Jong verhuizen. Hoe dat geregeld is weet ik niet, maar alle banken, borden, schrijfgerei en boeken werden overgebracht naar de fabriek, die trouwens heel lekker rook naar chocolade.
Het moeilijke was, dat de jonge leraar weg was en dat er kinderen verdwenen, die waren dan verhuisd of uit logeren, zei de juffrouw.
Bij opoe woonde ome Jan, de broer van mijn pa. Ome Jan had veel duiven, allemaal eersteklas postduiven. Op een dag kwam er een Duitser aan de deur met een papier, waarop stond dat hij onmiddellijk zijn postduiven moest ruimen in verband met het risico van het versturen van berichten naar de vijand. Hij moest ze allemaal doden en over twee dagen kwamen ze controleren of het hok leeg was. Ik heb toen een grote sterke man zien huilen, dat zal ik nooit vergeten.
Het gebouw waar we les hadden was vrij duister en we moesten een heel stuk door de fabriek lopen, waar ook zalen waren met bedden boven elkaar. Heel vreemd vond ik dat. Maar het ergste was als er luchtalarm was, dan moesten we ons verschuilen door onder onze banken te gaan zitten. Samen met de juf gingen we zachtjes zingen, dan werden we niet zo zenuwachtig. Meestal zongen we ”Op de grote stille heide”.
Dat
gebeurde ook toen de meelfabriek werd beschoten en het afweer geschut terug ging schieten. Dat gaf veel lawaai, wat we wel heel spannend vonden en een beetje eng. Het besef kwam later, toen we thuis kwamen en voelden en zagen hoe ongerust onze vader
en moeder waren.
Er kwam ook een gaarkeuken in de fabriek, daarom rook het soms heel akelig naar kool en uien.
Ik heb nooit goed breuken geleerd, want in die tijd was er niet altijd les.
We leerden wel de Duitse taal en begrepen al gauw waar het om ging. We leerden ons mond te houden en niets te vertellen over wat er thuis of bij de familie gebeurde. Ik had twee ooms die in Duitsland te werk waren gesteld, waar mijn grootmoeder heel erg verdrietig
van kon zijn.
Er stond opeens OZO op de muur van de fabriek en iedereen fluisterde met elkaar. Het betekende Oranje Zal Overwinnen.
Soms was er geen brood
of gas om te koken en was er alleen maar wat hout voor de kachel. Janken hielp niet, dat leerde ik al gauw. Er was bijna niets en wat we thuis hadden, kwam of uit de tuin of van opa, die op de meelfabriek moest passen en overal meel vandaan veegde.
In de winter werd het te koud in de fabriek en bleven we thuis. Mijn vriendin en ik waren veel samen. Zij bleef ook tussen de middag eten. Haar vader was in Duitsland te werk gesteld en haar moeder was nog armer dan arm.
”Deel wat je hebt”, zei moe en dat was veel water met groente zoals brandnetels en groene erwten en een maggiblokje voor de smaak en met wat meel om het binden. ”Het vult”, zei ze dan. En dat was ook zo. Je kreeg er een warme buik van en dat knagende gevoel was weg.
Ik hoorde dat er mensen werden dood geschoten en dat er huizen in brand werden gestoken. Ik hoorde van een trein die half op de spoorbrug hing en nu de weg versperde.
De grote zorgen gingen ons als kind voorbij. Spelen met een fiets zonder banden, kijken bij de soldaten op het plein van de Roomse school want die zongen altijd heel mooi.
Ik leerde
breien en oude wol uit te halen en oude lappen van verknipte jassen aan elkaar te naaien die zogenaamd dekens werden. Draden uit oude meelzakken halen voor het naaien en herstellen van kleren. Sommige klusjes waren leuk en andere echt niet. Bruine bonen
uitzoeken. De goede gingen in een pannetje de slechte in een zakje. We snapten echt wel dat het moest want anders was er geen eten en drinken. In de winter was de kraan bevroren.
Meestal hoefden we niet naar school en dat vonden we niet echt leuk. We mochten boeken lenen en we speelden verstoppertje en tikkertje en alles wat we op school hadden geleerd zoals de tafels, leerden we springend uit ons hoofd. Ook aardrijkskunde, alles ging in rijtjes en alles ging springend.
Dan dreunden we het achterelkaar op: Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland enz. Groningen met Groningen, Friesland met Leeuwarden, Drenthe met Assen. Java, Sumatra, Borneo, Celebes, Bali, Lombok enz.
Het was een strenge winter in 44/45, ik was acht jaar. De mensen van school deden hun best, maar de winter won. Alles was bevroren en de meeste mensen die ik kende zaten binnen met blikfabriek kacheltjes. Dat waren kleine ronde blikken dingetjes, die niet veel brandbare dingen vroeg, maar op een kleine hoeveelheid brandstof heel heet werd.
In de fabriek was ook de school dicht. Zeker na de razzia in Krommenie was iedereen angstig. Er viel een heel groot vliegtuig in het Noorderveld. De bemanning van zeven man werd opgepakt en het vliegtuig zonk langzaam in het veen. Ik heb nog een ringetje gehad dat gemaakt was van het vensterglas van het vliegtuig.
De parachutes werden er ook uit gestolen en hier en daar zag je mooie witte bloesjes rond lopen. Maar opeens waren de soldaten uit de scholen en werd hier en daar gevochten. Ik hoorde iets over Bretagne en de Ardennen en de Russen en over Amerikanen. Over radio’s die verstopt waren en waar naar geluisterd werd. Ik begon zaken te zien en te horen. Ik merkte dat er honden verdwenen en onze kat was weg en opoes kat was ook verdwenen.
Er waren NSB-ers en daar moest ik een beetje uit de buurt blijven. Maar het waren gewone mensen. Ik begreep dat niet echt, maar ik deed wel wat mij gezegd werd.
Het werd lente en de kranen ontdooiden en er viel brood uit de lucht van de Zweden en biscuitjes in grote trommels. Het leven nam zijn loop, toen op een avond terwijl wij bij elkaar zaten bij het licht van de carbidlamp dat de achterdeur werd opengegooid en buurman Koeman met een emotionele stem riep: “Henk, Henk we zijn vrij! Het ging net door de radio.” We dromden bij elkaar in de gang. Pa wreef in zijn ogen en moe zat stilletjes te huilen aan tafel. Mijn zusje en ik gingen bij haar zitten, want ze bleef maar zeggen: “Wat een geluk, wat een geluk!” Ze pakte de baby uit de wieg en ze wiegde hem zacht en de tranen bleven over haar wangen lopen.
Het werd een heel gekke tijd met wedstrijden georganiseerd door de buurtverenigingen en verkleedpartijen. De Harmonie liep op de Zaanweg en het andere orkest Exelsior probeerde het ook, maar daar waren alle mannen nog niet terug uit Duitsland. De hele maand mei was een groot feest. In juni werden de scholen schoon gemaakt en mochten we even naar school C op de Beukenweg.
Een prachtig voorjaar met veel
pret en ook veel verdriet, want ik merkte ook op dat we sommige mensen misten. Ze waren ziek geworden en door de hinger verzwakt, stierven ze alsnog.
Ik ging over naar de vijfde klas, die werd gedeeld met de zesde en we kregen les van meester Heijndijk. We zongen alle Nederlandse liedjes, zoals Hollands vlag je bent mijn glorie en Waar de blanke top der duinen. We zongen en sporten veel en we kregen weer een beetje vlees aan onze botten. Ik kreeg tot mijn grote schrik ook borsten en vond dat niet leuk.
We gingen zwemmen met school in het Zwet en wie het nog niet kon kreeg les. We waren met een rot gang alles aan het inhalen.
We kregen vitamine balletjes en injecties. Er was schurft en zweren. Het was te zien dat we allemaal een heftige tijd hadden meegemaakt.
Maar we waren gelijk. We hadden allemaal niets, er was geen competitie onder de kinderen. We zaten in het zelfde schuitje en we waren allemaal blij dat we weer gewoon naar school gingen.
Natuurlijk
hebben wij onderwijs gemist, maar we dachten dat we alles wisten en waren gelukkig.
Ed Kingma 19.04.2019 07:18
Prachtig Diet. Mooi en helder beschreven.
Greetje 19.04.2019 06:07
Prachtig en droevig
Aukje 22.04.2017 20:47
Dank je Sofie. Maar vooral aan Diet, die zo mooi en beeldend schrijft.
Sofie Radix 22.04.2017 07:46
Wat is het toch leuk, dat stukje geschiedenis blijft zo mooi bewaard. Dank
Nieuwe reacties
29.08 | 12:28
Ik ben op zoek naar een reclame uit de jaren 70 in Amsterdam op h...
07.08 | 12:10
Ik zoek een reclame waarin een man vraagt naar het beroep van de m...
03.08 | 14:40
Ik ben op zoek naar een reclame van krasloten waar een voetbalclub ...
27.07 | 21:28
Ik heb ooit nog een Extra Verzekering gekocht bij Hans de Wolf! Een veilig gevoel!